De raad is een getemde furie.
Men vecht er tegen windmolens,
moskeeën, crematoria.
Hier moet begraven, maar zondags
laait er in de kern een heilig vuur.
Dan lekken vlammen uit de ramen
en verduistert heel het zwerk,
donderpreekt de hemel
zwartgeblakerd uit de kerk.
Zelfs de naam is gereformeerd.
De n viel af, te goddelijk
voor deze menselijke maat.