Stadsgedichten


Van april 2012 mag ik mijzelf 'Stadsdichter van Ede' noemen, voor een periode van 3 jaar. Er was een initiatief, er kwam een verkiezing, en de eerste dichter van een stad die formeel geen stad is was een feit. 

Sindsdien heb ik een veertigtal gedichten geschreven voor diverse gelegenheden, op verzoek van de gemeente, voor Cultura, voor maatschappelijke organisaties, en soms naar aanleiding van de actualiteit. 
Een deel van de gedichten is gepubliceerd in De Edese Post, een paar zijn verschenen in het 'Vallei'-katern van De Gelderlander. Hieronder is een aantal van deze gedichten te lezen.

Zie verder ook: www.dichtstede.nl



Ede-Veldhuizen

Geschreven voor de buurtspraak van het buurtschap Ede-Veldhuizen

Terug in de tijd was dit een 'wilt en bijster landt'.
De Saksen kwamen, streken neer op deze grond,
het land werd langzaam ingedeeld, gecultiveerd,
het stuivend zand werd door verbouwing ingedamd.

De grondstructuur van onze buurt stamt nog van toen,
de boerenhoeven om een grote brink gesitueerd,
een zevensprong van vroege modderwegen,
een kolk als waterplaats en voor de dagelijkse roddelpraat.

De eeuwen schieten als kometen door de nacht.
Er kwamen Franken, kerken, heren, landerijen,
er waren oorlogen en Spanjaarden en rampen,
geregeld brandde elk bezit weer tot de grond toe af.

En dan, na zoveel vreemde overheersers in dit land,
de relatieve rust van republiek en koninkrijk.
Maar al die jaren hield de buurt een vorm van zelfbestuur
en samenspraak, in het belang van erf en van gelijk.

Al is het buurtbezit steeds schaarser goed vandaag
en is de klepperman niet langer hoorbaar in de straat,
al is uit buurt en dorp nu stilaan toch een stad ontstaan,
de grondstructuren mogen niet verloren gaan.

Wellicht wordt deze buurtspraak ooit een stadsdeelraad
met een bescheiden rol als een gemeentelijk adviesorgaan.
Dan zou ik vragen om ter plaatse van de vroege brink
opnieuw een eeuwenoude waterput te slaan.



Makandra


14-9-2013, renovatie-heropening van zorgboerderij Makandra


Zij hebben namen zoals jij en ik,

ze zijn hier niet beperkt, maar zeer gewenst,
hier zijn ze elke dag volwaardig mens.
Zij heten Cor en Floor en Roderik.

Hier worden zij met grote zorg beschermd

voor onze wereld waarin alles snel gaat,
die steeds meer om voor hen ongrijpbaar geld draait,
waarin wie weerloos is geen waarde kent.

Of weten zij juist alles van geluk

en kunnen wij daar beter iets van leren?
Zijn wij geen vreemd maatschappelijk product
dat niet natuurlijk meer kan functioneren?

Wie knuffelt nog, omdat de appels bloeien,

gewoon, omdat zij met elkaar hier groeien.

Arjan Keene, Stadsdichter van Ede.




Opening stadswinkel, september 2013:






Kaart bij gemeentebalie, februari 2013:





Ede is een Fair Trade gemeente