zondag 31 januari 2010

Tower of Song

De doorleefde heesheid van het bestaan
kwam bij mij binnen via stemmen.
Dylan, Cohen, Richards, Waits,
Cave, Reed, Costello, Brood.

Dit was een nieuw soort hooglied,
dat niet uit de hemel daalde
maar omhoog kroop uit de aarde
met lage hese rauwe tonen.
Het gutste hijgend uit het riool
en stroomde door de straten,
zat aan op krukken in de kroegen,
zong van de dope van alledag,
van de verslaving aan het leven.

Het klom en klom en klom,
een met alcohol en vitriool
omhooggestuwde luchtballon.

Ik klom tot ik niet verder kon.

Persbericht














Over de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd
bereikte ons het vermeldenswaardige feit
dat van de 15.688 ingezonden gedichten
door ruim 6300 verschillende gezichten
in de top 100 met stip is verschenen
onze plaatsgenoot, Edenaar Arjan Keene.
Zijn naam rijmt overigens op kien en top 10,
door de jury helaas over het hoofd gezien.
En wie de winnaar is? Werkelijk geen idee.
De runner-up dan? Ongewijfeld nummer twee.
In de bundel 'Zoals een haan een ei legt'
wordt op pag. 54 alsnog het pleit beslecht.


zie ook:

gezwind op naar:


dinsdag 19 januari 2010

Musis sacrum

Ik luister niet, zo ongeveer
zoals een muzikant niet danst.
Ik lees ook niet, behalve dan bij
herhaling dat wat ik zelf schreef.
Soms streep ik dat nog door,
verruim het voor iets anders.
Maar ik verander niet veel meer,
het is goed zoals het staat.

Jij en ik, wij zijn al zo lang samen.
Soms is er een kleine oorlog,
dan vallen er woorden uit de ramen.

Later dansen we in het donker,
als muzikanten zonder namen.

Jaardag

Het lijkt een dag als ieder ander.
Je telt er zelf maar één dag bij,
toch weegt het als een jaar.

Bij de microscopische inspectie
van het haar - nu al een traditie -
verschijnen onvermoede spectra.

Men windt er laconieke doekjes om,
maar jij weet inmiddels zeker:
dit is een enkeltje richting ouderdom.

Zo jong nog en al half versleten.
Je koopt een pruik en een rode neus
en pillen die wielrenners dagelijks eten.

Verjaring brengt clowneske wensen
en rollators met medicamenten.


maandag 18 januari 2010

Organismisch

Mijn puberale kant zit rechts,
mijn serieuze uiteraard
ter linkerzijde.
Mijn welgemeende, echter,
zit ergens middenin,
waar het niet echt thuishoort.
Vermoedelijk ook de reden
dat het nooit wat met mij wordt.

zaterdag 16 januari 2010

Vreugdevuur

Ik reis languit naar mijn werk
waar ik letters schrijf die rekenen.
Machines maken daar dan weer
chocola en suikerharten van
of schieten op een verre vijand.

Ik ben er zelf niet bij. Ik kijk wel uit.
Maar met nachtzichtapparatuur kun
je goed zien hoe de hearts and minds
in het donker weer door vriend
en vijand kapot worden gemaakt.

Een oorlog zuivert elk geloof.
De geboorte van de democratie
zal er nog lang worden gevierd.
Zo noemen ze de dag dat wij
er niet meer zullen zijn.

Ik schrijf alvast de ballistiek
voor de brisante confettiregen
en codeer de namen van wat losse
goden diep in de schietbuis
van de vuurmond.

vrijdag 15 januari 2010

Apple airport

...
Ode aan mijn modem

Wij zijn een draadloze verbinding, jij en ik.
Als ik aan je denk dan stromen mijn gedachten
op geluidsgolven door donkere kamers,
jij vangt ze op in glasvezels van blakend licht.

Ik kan steden, landen, continenten reizen
maar ben nooit ver van jou vandaan.
Jij vangt me op in uitvergrote woorden,
ik zie jouw lijf cursief hier voor mij staan.

Jij bent de code die mijn organen opent,
mijn zinnen slijpt tot een scherpe punt.
Jij bent van appels, ik ben van peren,
maar ik weet dat jij dat kunt vertalen.

Gadverdamme

Ik stond bij de patisserie-afdeling
van de Hema,
en vond er chocolade eendeëieren
onder de trema.
Bij deze lekkernij moet ik weer denken
aan mijn oma,
en zie ik bruine eendekuikens kruipen
uit haar stoma.

Qualitate qua

De filosofie en de poëzie,
ach, ze worden maar
wat graag verward
met tegeltjeswijsheden,
liefdesverdriet
en brilroze hartensmart.

woensdag 13 januari 2010

Blögtrik

Ik beperk mij hier maar even,
qua terugblik op de jaren nul,
tot het breed poëtisch leven,
de rest is immers flauwekul.

Er verscheen in het millennium
de Dichter des Vaderlands, DdV.
Voor een bescheiden stipendium
belicht hij bollands wel en wee.

Komrij, fabeldier van naam en eer,
gaf cachet aan de nieuwe functie,
bracht een club, een blad en meer;
de poëzie kreeg weer intrapunctie.

Vinkenoog, nu onsterfelijk en dood,
was ad interim. Daarna Van Wissen,
gedoe met pennen, zonder potlood.
Nasr: Mi takki you, vette schizzel.

Er waren ook andere laureaten,
Hooftprijzen voor Gerlach, Krol,
Ter Balkt, Ten Berge en Verhagen,
te hoog om te bedanken voor de lol.

Naast de tradities op oud papyrus
werd de digitale revolutie feit,
het internet, een prachtig virus,
en openbaar toilet van deze tijd.

Men sloeg massaal aan het bloggen,
en toetert twitterend van blaat,
met veel schapen, te weinig doggen,
en soms een literaire technocraat.

Dat laatste leverde gelukkig nog
de meanders en de contrabassen
en papieren mannen met een litblog
tussen de flamende uitlaatgassen.

Frank van Pamelen in de theaters!
Bravo-geroep en enthousiast gefluit!
En helemaal geen zaalverlaters
maar hard geklap en bis-geluid!

Er was ook nog de komst van flarf.
Persoonlijk heb ik er weinig mee
-'t rijmt niet voor niets op 'barf'-
maar: googlen met taal is een idee.

Ook weer: medeklinkende manifesten,
we gaan het helemaal anders doen!
Je kunt er de klok mee sync zetten,
ik gok op zo'n dertig jaar na toen.

En de tijdschriften, ach gossie.
In 't aculturele politiek klimaat
werden ze geveld, bij bossies,
deels ook door digitaal spagaat?

Het lichte vers, altijd zwaar weer,
De Tweede Ronde wordt KortVerhaal.
Geen trojka of ollekebolleke meer?
Dat is pas werkelijk aculticiaal!

Tot slot van 't roerige decennium,
de anonieme verzenstrijd TNGW,
met een spectaculair honorarium
en een klein stapje richting DdV.

N.a.v. een oproep voor een terugblik
op de Jaren Nul, zie alhier.


dinsdag 12 januari 2010

Een ingmarheytzeke

Heb dit idee gejat
van dilettant poeet:
nu je die meisjes van
achttien zo ziet

denk je in bed is het
vlinderonhandigheid
als je het mij vraagt maar
dat doen ze niet


Ollekebolleke strak naar
'Dilettant' uit De Allesvrezer
van Ingmar Heytze

Letterdwang

Abc Def
Ghi Jkl
Mno Pqr
Stu V

Wxy Zhit wat nu
Alfabetnumeriek
Leuk idee maar 1 2
3 weg ermee

Beeldschoon

Zoeken op internet.
Digitaal vrijplaatsje,
doorgaans in trek bij
merkwaardig publiek.

Daar vond ik mijn liefste
snollekebolleke.
Maar daar op Marktplaats
stond: van keramiek.

donderdag 7 januari 2010

Numerus fixus

Omgekeerd in het hemelbed
in een uitgerekend standje.
Pret voor 10, in dit geval met
2 tongen, 4 lippen en 4 handjes.

Ik denk: denk aan iets normaals
om niet, nou ja, om niet nu al;
is soixante-neuf in 't Koeterwaals
nou wel of niet een priemgetal?

Geloofsbrief

Als je mij zomaar staande houdt op straat
en me vraagt wat of waarin ik geloof
dan heb ik daar geen pasklaar antwoord op.

Ik geloof niet in het bestaan van god
maar wel dat whatever met een enorme knal
is opgegaan in lichtjaren en kleine deeltjes
bij het ontstaan van het heelal.

Ik geloof dat alles hier toevallig is maar
niet dat alles dan ook louter toeval is.
Ik geloof in logica, in oorzaak en gevolg,
al zie ik meestal in het gevolg geen
verband meer met de oorzaak.

Ook geloof ik, nu je mij dat vraagt,
dat ik helemaal geen lid wil worden
van een club die mij wil inlijven.

Bovendien geloof ik ook niets op zicht,
en lieg ik alsof het gedrukt staat.

Spijtoptie

Er zijn woorden die je nooit zal schrijven.
Omdat de pagina er rood van kleurt,
omdat er niemand is die er op wacht,
of gewoon omdat je het niet kunt.

Er zijn vrouwen die je nooit zal krijgen.
Ontelbaar veel zelfs, maar je vrijt
met jouw prinses die alle anderen
overvleugelt. Engel, heks, koningin.

Er zijn zaken die je niet kan schrappen.
Uitspraken die je meed, ongemodereerde
commentaren die je gaf, en de klappen
die je uitdeelde met twee linkerhanden.

Niet alle darlings zijn te killen met een del.

woensdag 6 januari 2010

Watersport

Er was eens een sletje uit Sloten
die deed het 't liefste met boten.
"Van dat wapperend zeil
word ik enorm geil,
en dan die mast! en boeien als kloten!"

dinsdag 5 januari 2010

Nieuwjaar

Ik moet mijn handicaps zien in te dammen.
Minder roken, werken, drinken, zwammen.
Meer aandacht, lieve woorden fluisteren.
Minder naar goede voornemens luisteren.

Mooi weer spelen

De stad staat op kromme stelten.
Vreemde figuren dansen op straat.
Kragen en franje en zomen van kant
stuiteren van hoek tot stoeprand.

De zomer laat de ijshoorns smelten.
Men kijkt clowns en lacht melaats.
Lichttherapie voor de zwaarste zielen
door een troupe plezierige debielen.

Ik bekijk het van de positieve kant:
vandaag springen er minder van een rand.

De crisislente

Vanaf nu beweeg ik alleen nog maar
met winstbejag in het termijnvizier.
Waarom zou uitgerekend ik een haar
beter zijn dan een gemiddelde bankier?

Collectanten verwijs ik resoluut de deur.
Die Roma-vrouw met de daklozenkrant
bestook ik met nieuwrechtse terreur.
Ga werken, kreng. Liefst in eigen land.

Ik ga leningen aan met als onderpanden
stapels lege BV’s zonder luchtjes eraan.
Ik importeer spullen langs kinderhanden
uit landen die toch nog niet echt bestaan.

Een fantastisch gevoel. Door en door slecht.
Ik kan het je werkelijk warm aanbevelen.
Als je wilt verzeker ik voor jou het recht
op zwijgopties voor de nieuwe aandelen.

zondag 3 januari 2010

Rites de passage

Daar waar jij nu bent zal het licht zijn.

Er zijn misschien geen woorden

voor wat wij hier benoemen.

Geen woord voor adem,

geen woord voor pijn.

Er wordt gefluisterd dat het er

mooi schijnt te zijn.


Wie zal het zeggen.

Jij zou waarschijnlijk zeggen:

bestaat niet.


Jij was het wel, die ons vertelde

van de rites de passage,

de rituelen en de overgangsfasen.

Jij wist er alles van,

hoe dat werd gevierd

in de meest merkwaardige culturen.


En dan nu deze passage, de laatste uren,

naar een plek die niemand kent.

Er is geen geografie die dat beschrijft.

Er is geen kaart van het gebied,

geen tomtom waarop je de wegen ziet.


Wij blijven hier,

en zoeken woorden

voor wat jij achterliet.


I.M. Hans Muller

28-01-1929 -- 28-12-2009