Wanneer ik oud ben zal ik langzaam spreken,
zeer langzaam spreken in een taal van hout.
Er zal geen morgen zijn waarop ik reken
en overmorgen is een rekenfout.
en worden stukken van mijn lijf verbouwd.
Met ziekenhuizen en met apotheken
bestrijd ik achterstallig onderhoud.
Ik speel dan potjes schaak onder platanen
en zing de liedjes die ik vroeger zong.
ik kijk naar alles wat steeds schoner bloeit.
Mijn lief is dan nog steeds mijn courtisane.
Met dank aan Teunis Bunt voor correcties.