donderdag 17 december 2009

Paradijs

Ik ben de slang die slist en lispelt
en met dubbele tong de cider prijst.
Ik ben de hond die onder rokken ruikt
naar de zoete geur van teefjesvocht.
Ik ben de grote witte koopjeshaai die
wilde happen neemt uit winkelstraten.
Ik ben de rat die zijn collega's naait
en hun ellebogen uit de kom draait.
Ik ben de walvis die de kade keert
en tonnen olie spuwt uit spuitgaten.
Ik ben de jakhals die zijn schaduw
volgt op zoek naar nieuwe prooi.
Ik ben de termiet die in legers huist
en koloniseert op elke ondergrond.

Ik ben de vleesgeworden mens in sana,
met hersenen van wier, ogen van zand.
Vergeten is het beloofde land achter
de geweken zee en de drogerende woestijn.
Het betere dier dat zou verschijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten