Een oude vrouw, levenslang getrouwd,
moeder van vijf, oma van tien,
overgrootmoeder bovendien.
Zo zie je iemand pas als ze dat
soms zelf al niet meer weet
door een ziekte die haar hersens vreet.
Ze zegt weer vieze woorden,
laat een knetterende scheet
en schatert van het lachen.
Maar dan valt haar gezicht weer
in de plooi van dode vogelveren,
drijven haar ogen grijs voorbij
en zegt ze:
‘Ik woon hier niet echt, hoor,
ik ga zo naar huis...
en ik weet heus wel hoe u heet.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten