Er zijn van die dingen die kunnen prikken.
Een naald zonder draad die op de vloer ligt.
Een wesp in een witte waas van gifstof,
verdwaald uit een zonet verdelgd nest.
Vorken prikken, en ook snorren prikken,
de harige mammoet, vergeet die niet.
Er zijn zelfs slachtoffers van prikken,
bijvoorbeeld jij, of ezeltje, of een ballon.
Prikken zijn ook, lees ik, kaakloze vissen,
ze heten dan lampreien of negenogen,
maar met acht ervan kunnen ze niet zien.
Vreemd wordt zo’n woord, zo bekeken.
De volgende keer gaat het over steken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten