het bloesemt beurskens in de lamente lente
met hiphoppende giechelschimmels die de
paraderende paddo’s hebben voorgekauwd
tot stoelen die op eigen schaduw hurken.
er draven herriemakende staketsels langs
en mispeldauw valt snurkend op het blad,
brakvingerige vleeseters melken huisjes
uit die aan koddige kabouters toebehoren.
wakkere tussenennen rapen repenstelen
voor hun ontbijt, en alles gedijt in dit gedicht.
er schuiven schurkschutters in het vergezicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten