In mijn gedichten kan ik geloven.
In mijn gedichten kan ik zien
dat er een groots verband moet zijn
dat mijn zinnen bij elkaar houdt.
In mijn gedichten ben ik afwezig.
In mijn gedichten ben ik de hand
van de rekenaar die het resultaat
boekt van dit nutteloos bedrijf.
In mijn gedichten ben ik de maker.
In mijn gedichten bedrijf ik liefde
met veel te jonge woorden die
altijd weer naar jou talen.
In mijn gedichten ben ik vervolger.
In mijn gedichten kan ik Paulus zijn
die het licht zag en zich aansloot
bij de mensen van de Weg.
In mijn gedichten kan ik lijden.
In mijn gedichten ben ik verlosser,
kan ik van mijn geloof vallen
en een nieuwe wereld stichten.
Geen opmerkingen:
Nieuwe opmerkingen zijn niet toegestaan.