Wij zijn het meisje en de jongen kwijt. Beiden
zijn we verloren nog voor
dat feitelijk kon; hoe verlies
je wat niet is geboren,
voor wie tijd nog niet begon.
Hun stemmen zullen we nooit
horen. Ze zijn werkelijk van gene zijde.
Rest het beeld van een meisje en een jongen,
in de vroege ochtend zie ik
ze, rennend in een weiland,
samen dansend, hand in hand,
hun lachende gezichten.
Nog hoor ik het lied dat ze samen zongen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten