Soms, als ik ‘s nachts buiten sta
meen ik in de stilte nog de galm
van de explosie terug te horen,
de ruis van het uitdijende heelal.
Ik zie massa uit het zwart stromen,
het suist van sterren en planeten
die stelselmatig worden uitgeworpen,
kolonisten van het nieuwe ruim.
Golven kosmosgas en elementen,
koolstoffen, eiwitten, enzymen;
het klotst en vlokt en schuimt
aan de kusten van de melkweg.
De sterren trekken remsporen,
planeten tollen in hun baan,
de zon wordt aangestoken.
Miljarden lichtjaren hier vandaan.