donderdag 29 januari 2009

De schelpenfluisteraar

Men zegt wel: in een schelp
hoor je het ruisen van de zee.

Ik hoor het niet.

Wel hoor ik
de sirene van een ambulance,
het razende tieren van een populist,
het kraken van een leeggezogen aarde,
het openscheuren van een gestolen beurs,
de schreeuw van een stervende vlinder.

De geluiden ebben weg tot
de klanken van een wiegeliedje,
de stemmen van mijn geliefdes,
een messias die beloftes fluistert
over het nieuwe land
achter de oude zee.

Inderdaad. Ik hoor het ruisen.

Op een lastezel

Niets is lichter
dan de laatste schaduw
van een dode dichter.

dinsdag 27 januari 2009

Causaal verband

Men zegt vaak: het geheel is meer
dan de som van de delen.
Bijvoorbeeld over een huwelijk,
een huis, een bedrijf, het kabinet.

Men zegt ook: minder is meer.
Meer dan toen het geheel was.
Elimineer wat overbodig is
tot een hechter resultaat.

Als we wiskundig combineren
en meer wissen staat er feitelijk:
het geheel is minder dan de som.

Ook de waarheid is gebonden
aan de logica van compromissen.

zondag 25 januari 2009

Voorzien van antwoordzegel

Ik zoek woorden voor wat ik zie.
Dat is moeilijk, want ik zie
vaak dingen die niet bestaan.

Zo lees ik op de website van
De Brakke Hond, dat kopij
vergezeld moet gaan van een
beknopte bio-bibliografie,
tussen haakjes staat er bij:
je leven in drie regels.

Graag verwijs ik u
voor dit onmogelijke inzicht
naar het begin van dit gedicht.

Mifare Classic

much ado about a chip

het openbaar vervoer
met 48 bits versleuteld
dat is best een lang wachtwoord
maar in cryptotaal
een open deur

3 generaties verder
heeft iedereen een chip
in de hand waarmee je
alle deuren opent
waar je binnen mag

met een beetje mazzel
kunnen onze achterachterkleinkleinkinderen
de tijd met ons doden
chattend

zaterdag 24 januari 2009

Tekening

Ik kijk graag naar borsten,
voornamelijk waarschijnlijk
omdat ik ze zelf niet heb.

De welving, de tekening,
de verwachting van het zachte
dat je niet kunt zien.

Verlanglijstje

Als ik later groot ben
wil ik nooit meer tafels leren,
niet meer gepest omdat ik anders ben,
een medicijn tegen elke pijn,
dat mijn ouders weer samen zijn.

Als ik later groot ben
wil ik een auto die op water rijdt,
een president die op water loopt,
een creditcard met een geheim nummer
die al mijn schulden voor me afkoopt.

Als ik later groot ben
wil ik een man die altijd aardig is,
die elke dag in de spiegel kijkt,
die niet boert of aan zijn ballen krabt,
en lang en gelukkig bij me blijft.


Voor Zhizhong, 11 jaar

woensdag 21 januari 2009

Via Lux

Wij lopen samen op kosmisch zand
aan de stranden van de melkweg
en zien de horizon van het heelal.

Er zijn astronomen die beweren
dat wij leven in een hologram,
wij zijn een projectie uit het gat
van een enorme zwarte doughnut
en het universum is een pringle
in een vijfdimensionale vorm.

Straks gaan ze nog zeggen
dat liefde alleen bestaat uit licht,
dat jouw gezicht verbeelding is,
ontwikkeld in de donkere kamer
van een imaginaire geest.

Straks zijn wij hier nooit geweest.

donderdag 15 januari 2009

Verdichting

Ik schrijf altijd maar over mijzelf;
niet dat ik mij nou zo goed ken,
maar omdat het nooit zal wennen
om van een ander dan jezelf

te houden. Ik leg eigenschappen
om mij heen als eierschalen,
tussen de lakens van de taal
kruipen kuikens die naar woorden happen.

Alles verandert, totdat het uiteindelijk
hetzelfde blijft. De kuikens zijn kippen
die zelf schalen tot eieren dichten,
een wonder dat zich herhalen zal.

Ik sterf traag, gezellig,
in een hoek van het heelal.

Tropenkoorts

Als ik terugdenk aan Uganda
zie ik mistige heuvels, overal groen,
en een trage rode aarde
waarop men zacht en langzaam
loopt alsof men aan het dansen is,
in zwarte huiden en gekleurde kleden.
Niemand die zich afvraagt of het morgen
weer zo traag en zacht zal zijn.

Wat blijft je verder bij.
De krekels, de korte zware regens,
een onverstaanbaar muzikale taal,
en het warme magnetisme van de
Afrikaanse nacht die je aantrekt
en omsluit als een tweede huid.

Gespreksstof

Ga nooit wiskunde studeren,
want als je dit feit desgevraagd
meedeelt beroemt men zich erop
nimmer een voldoende voor het vak
gehaald te hebben en er geen iota
van te begrijpen. Een letter die
in de wiskunde overigens vaak wordt
gebruikt.

Beperking

Ik interesseer me niet voor de wereld,
hecht minder aan inhoud dan aan vorm,
doe de werkelijkheid geweld aan om
haar in een paar regels te parkeren.

Ik wentel mij in de weelde
van melancholische fantasieën,
mijn huis, mijn liefdes, mijn fobieën,
thema’s, en taal om af te beelden.

Geen spoor dat zich lezen laat
waar het werkelijk om gaat,
op de rand van het pathetische
vluchtend in eindeloze variaties.

Hoe het is om met mij te leven,
mijn woorden te moeten liplezen.

Salt 'n Pepa

Het is als 2 aparte stofjes
die niet mengen maar toch passen.
Het is als okselgeur en slofjes,
samen poetsen, apart plassen.
Het is als kat en hond ineen
met hun rinkeltrouwe belletje.
Het is samen, toch alleen,
een peper-en-zoutstelletje.

Waarom gedicht

Omdat het lang niet altijd lukt,
en ik kan het uitsluitend spicht.

woensdag 14 januari 2009

Alphabetaïst

Ik houd van wiskunde en taal.
Altijd worstel ik hier maar mee
en kan niet kiezen tussen twee.

Nu pas zie ik in dat elimineren
niet om kiezen of delen gaat,
maar om delen te combineren.

dinsdag 13 januari 2009

De kop van Vinkenoog

Zag een foto van hem, nu.
Ik ken de man niet,
dat moet ik meteen zeggen.
Wel ooit een cursus van hem gehad,
op een schrijfmanifestasie.

Dichten is het stromen van je bloed
in het kloppend hart van taal.
Of zoiets.
In die tijd blowde ik me ook suf,
dus ik weet het echt niet meer.

Hij is mooi geworden.
Zijn gezicht barst van de groeven,
zijn ogen spreken vele boeken.
Niets atonaals meer aan.
Hij is geen dichter meer,
maar mens.

maandag 12 januari 2009

W.v.t.t.k.

Ik denk in dichtregels,
vervelend maar wel waar,
tijdens een vergadering
bedenk ik er altijd een paar.

Gelukkig is wie vaak afwezig is
meestal niet de notulist.

zondag 11 januari 2009

De oorsprong van de woorden

Als niet uit een moederschoot
dan uit de oerklank van de taal?

Als niet uit eiwit en enzymen
dan uit koolstof en grafiet,
spijkers, bloed, papyrus?

Als niet uit ego of venijn,
dan uit liefde en verdriet,
prehistorische karaktermoord,
onhandige communicatie,
de aanzet tot een eerste woord?

Als niet uit een vroeg gedicht,
dan uit woorden die zich bewegen
zo ongeveer van mij naar jou
als uit de eerste man en vrouw?
Ik stamel, schokkerig, bewogen:
“Mwoeh, grabah, kunguh!”
En jij antwoordt:
“Ik ook van jou.”

maandag 5 januari 2009

Waterland

Eens wordt alles weer waterland,
als al het ijsland is verdwenen
in de smeltkring van de zeeën,
als de Noordzee is gestegen
tot de skyline van Rotterdam,
als Zeeland onder water staat
en zonder land verloren is,
als het nieuwe peil wordt ingemeten
op het dak van Amsterdam,
als Kootwijk aan Zee is gelegen
aan het strand van het Veluws Zand,
als door de nieuwe delta schepen meren
in de havens van de hanzesteden.

Eens, als alles weer water is,
zal er een oceaan van ruimte zijn,
zal wat er was zich reflecteren
in de spiegel van de nieuwe zee.

zondag 4 januari 2009

Dit huis

I

Dit huis, het staat hier al zo lang
als herinnering zich strekt,
van altijd eenzaam, altijd bang,
tot bindingrichtend, herkende plek.

Steeds heeft het weer klaargestaan,
met muren die tegen je praten,
van altijd komen, altijd gaan,
tot uiteindelijk verlaten.

Pleisterplaats voor melancholie,
traag verlangen, als olie
kruipt het langs de ramen.

Mengt zich niet met tranen,
maar met het steengruis,
eeuwig als dit huis.

II

Er is veel dat zich lezen laat
in dit huis, tussen de regels
van elke kamer die je omslaat
spreekt een verhaal je tegen,

praat de vloer met het plafond,
als stukgelezen bladzijden
liggen de dagen op de grond,
bladwijzers van oude tijden.

Waar muren en deuren samen
komen zijn ze nog tastbaar:
de afdrukken van de jaren.

Dit huis, wij sluiten haar ramen,
waarin nog zichtbaar
wie we zijn, wie we waren.

III

Dit is een huis zonder geluid.
Er slaan geen deuren dicht,
niemand loopt er op de trappen,
geen beweging gaat hier in of uit.

Dit huis is als een polaroid
van een onbekend gezicht;
het heeft geen eigenschappen,
wordt bewaard in celluloid.

Er ligt een dode muis
uitgegeten op het fornuis.
Niets dat hier nog leeft,
geen teken, geen gebaar.

Aan de muren kleeft
ruis, onhoorbaar.

IV

In dit huis mag geen stof naar binnen kruipen,
geen geluid, geen trilling door een kier;
een vleugelslag in een vlindertuin kan hier
de oorzaak zijn van klapperende luiken.

Niets wordt er bewogen
totdat de ruimte op zijn plaats staat,
het licht wordt ingetogen
tot ragfijn draad van dageraad.

Tenslotte krijgt het dan een huid van staal,
beweegt zich traag, voegt zich in de
karavaan van onderaardse sporen.

Dit huis moet sluiten in de taal;
met de schreeuw van een vlinder
nog galmend in je oren.

Verhouding

Traagheid is een eigenschap
van iets dat goed is.
Hoe je ligt in je slaap,
hoe je lijkt vergeten
dat je daarnaast bestaat,
voor wie dan, waarom.

En ik, ik kijk naar jou,
besef nu dat jij werkelijk
van mij bent -
dat jij zonder mij
iemand anders zou zijn.

En als ik zeg dat ik van je houd,
lijkt dat zonder inhoud;
ik benoem ook geen gevoel,
maar een levensvorm,
alledaags, vertraagd,
onvoorstelbaar even.

Wild horses

Ik loop weer in dit landschap,
blind en op de tast.
In de verte staan de bergen
als boeken in de kast.

In de vallei galopperen
de woorden uit hun zinnen,
in het bos zoek ik een letter
waarmee ik kan beginnen.

Maar ik zie niets dan bergen,
zoek in het bos maar
vind er niets dan bomen.

Er draven wilde paarden
in de vallei, ontembaar,
door niemand, nergens.

vrijdag 2 januari 2009

Verkenning

Ik ben er geweest, in het oude keizerrijk,
in het land waar een nieuwe wereldorde woedt
en waar de oostenwind naar het westen waait.

Ik heb ze gezien, met onaftelbaar velen,
het leger okergele soldaten. Ze spreken een
vreemde taal in bakelietchrome mobieltjes,
de generaal was niet te onderscheiden,
maar hun verbindingsdienst levert een
knap staaltje werk, moet ik zeggen.

Ze komen er aan, ze zijn onderweg,
maar vrees ze niet, ze komen in vrede,
en nemen hun eigen slaven mee.