donderdag 30 april 2009

Woordval

De meeste gedichten raken me niet,
of ik begrijp niet wat er wel staat.

Mooi van taal soms, daar niet van,
maar een zeer particulier verhaal,
versleuteld tot een egotrip.

Ben ik te dom, of mis ik iets,
of is het toch zo dat jij, dichter,
mij niet als jouw lezer ziet?

Oranjebal

Ook als je goed hebt nagedacht,
emotie ingeruild hebt voor de ratio,
niet bij voorbaat al racist, fascist,
reactionair monarchist, populist,
of nazaat bent van een barbaar,
zult u het toch met mij eens zijn
dat er uiteindelijk maar één straf past
voor de moordenaar van Koninginnedag:

hem insmeren met pek en veren,
vastketenen in een voertuig
(merk en kleur doet er niet toe),
en van een lange trage helling
- onderweg met hagel doorzevend
uit koninklijke jachtgeweren
zodat hij nog net even blijft leven -
een oranje hellevuur in donderen.

En in godsnaam, neem zijn naam
niet op in één of andere canon.

woensdag 29 april 2009

Todo list

Morgen is het nergens oorlog meer.

We zetten alle klokken stil
en snijden de verbindingen door.
We vervangen de gedane zaken
door tegoedbonnen en vragen.
We ruilen wapens in voor speelgoed
en een luisterend gehoor.

Morgen is het nergens oorlog meer.

We geloven God niet op zijn woord
en eisen wetenschappelijk bewijs.
We beseffen dat geschiedenis
wel garanties biedt voor later.
We gaan aan ronde tafels zitten
en lezen elkaar gedichten voor.

Morgen is het nergens oorlog meer.
Herhaal dat duizend bommen en granaten keer.

zondag 26 april 2009

Nacht op de Veluwe

Als je Gelderland ‘s nachts binnenrijdt
gaat het licht uit.

De Hoge Veluwe wordt omzoomd
met koplampen die als kattenogen
oplichten en in het donker doven.

Boven de snelwegen wisselt wild,
onzichtbaar voor het rijdend licht
van vervreemde landgenoten.

In de bossen de oehoe van een uil,
het burlen van herten in de verte,
zwijnen die naar truffels wroeten.

Op open plekken de gedeelde hemel
van de sterrennacht, die als je dieper
kijkt de harmonie der dieren toelicht.

zaterdag 25 april 2009

Wat zijn ze allejezus groot

Jeroen van Merwijk heeft gelijk:
de vrouwen worden alsmaar groter.
Voor kleine mannetjes zoals ik
voelt het als roeien tussen rondvaartboten.

(inmiddels bedorven variant)
Voor mannetjes met een kleine pik
voelt het als roeren in rondvaartbotervloten.

zondag 19 april 2009

Lenteteller

De zomer warmt het voorjaar voor
als kersenpitten in een magnetron,
de mei wordt wiegend in slaap gesust
met bundels ingestraalde lucht.

Ik tel verliefde stellen in het park,
zwaai terug naar ruisende bomen,
zie bloedende aarde mij ontgroeien,
blootvoets op het blauwe gras.

Het najaar kruipt al in mijn botten
en de adem van de koudste winter
wiegt en wuift, verschuilt zich nog
tussen de trilharen in mijn longen.

woensdag 15 april 2009

Rookverbod

Wat ik nog had willen zeggen
zou de lengte hebben van een sigaret
en een laatste whisky aan de bar.

maandag 13 april 2009

Dichterscursus

Gorter, Bloem, Roland Holst, Nijhoff,
Schierbeek, Van Ostaijen, Slauerhoff,
Kouwenaar, Warren, Elburg, Bastet,
Buddingh’, Van Geel, Lodeizen, Polet.

Arends, Andreus, Hanlo, Campert,
Herzberg, Schippers, Bernlef, Lucebert,
Gerlach, Gerhardt, Leeflang, Faverey,
Krol, Vasalis, Kopland, Komrij.

Vlek, Verhagen, Stip, Vinkenoog,
Brood, Chabot, Deelder, Droog,
Van Toorn, Scholten, Wieg, Rawie,
Peeters, Mirck, Heytze, Gerbrandy.

Bevinding: het is toch echt niet goed.
Advies: lees hierboven hoe het moet.

zondag 12 april 2009

Veelbelovend

Ik beloof altijd van alles:
dat ik ergens aan begin,
en iets anders ook nog afmaak,
dat ik stop met langzaam roken
en dat ik min of meer niet drink.

Maar beloftes maken schuldgevoel
omdat ik niet zeg wat ik bedoel:
Nee, ik begin nergens meer aan
en ik maak ook niets meer af,
blaas wolken rook in wijnkaraffen
en zal nooit meer veelbelovend zijn.

dinsdag 7 april 2009

Groeispoor

Ik sluit mijn ogen en ik zie ze komen:
een trein die licht vervoert bij nacht,
bossen vol duurzaam gloeiende bomen,
een meisje dat spaarzaam op mij wacht.

Zo zat ik vroeger vaak te dromen
aan de kade van een binnengracht,
hoorde woorden in het water stromen,
buiten zinnen werd het beeld gebracht.

Als ik mijn ogen dan ontsloot
zag ik weer alledaagse dingen:
het meisje deinend op mijn schoot
in een wagon vol vreemdelingen,
haar borsten waren half ontbloot
en ik telde al haar jaarringen.

Domicilie

Plaatsen waar je hebt gewoond.

Zelf tel ik er zeven.

Je verzamelt buurten, dorpen, steden
waar je langer dan zeg een jaar verbleef
tot ansichtkaarten van geregeld leven.

Tot je tenslotte thuis komt bij jezelf
als je zonder omzwerven kunt zeggen:
ik weet nu waar mijn huis woont.

maandag 6 april 2009

Writer's block


Hoe elke toets tergend traag tordeert
alsof ze een eigen weg wil inslaan
en dit sturend taalspel maximaal
met minuscule macht gaat tegenstaan.

Letters, ooit eenvoudig kiesbaar,
draaien weg van mijn vingertoets
als cijfers in een ring van bakeliet
op de T-Ford onder de telefoons.

Het toetsenbord krijgt een gezicht,
Tab en Enter zijn vreemde oren,
de O een éénoog, en de spatiebalk
begint al aan mijn duim te vreten.

Ik wil toetsen: SOS, maar wordt
na de eerste aanslag met wijsvinger
en hele hand het oog al ingezogen.

Ik richt mijn andere hand naar de
getallen, kies een 1, en nog één,
maar nu slaan er kabels om mijn pols.

Mijn ader wordt al dichtgeknepen
en de laptopklep verplet mijn hoofd
en ik typ nog net in het ongerijmde
met neus en tanden het woord: einde.