De stad juicht.
Huizen rechten hun rug.
De zon schijnt een gat in de lucht.
Rinkelend springt het glas terug
in de kozijnen.
Achter het raam likt een kat zich
los van het verleden.
Geruisloos slaat het gruis terug
in de kogelgaten.
De sterren weer aan het firmament.
De doden keren op hun schreden.