dinsdag 12 mei 2009

Tartaros

Er drijft een dode in mijn doorwaakte nacht.
Hij kijkt mij aan vanuit de donkere gaten
van de holtes waarin ooit zijn ogen zaten,
alsof hij van mij nieuw licht verwacht.

Het zwarte water vloeit de kamer binnen,
door mens noch oever van nabij gezien.
Ik sluit mijn ogen, tel langzaam tot tien,
maar zie nog steeds de wereld buiten zinnen.

De rivier stroomt op tot een verdwijnpunt,
maakt plaats voor vlammen aan de muur
als voorbode van het mythologisch vuur.
Onder mijn tong vind ik een antieke munt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten