De wiskunde, dat was mijn stratenplan.
Als fundament was dat de basis van
elk bouwwerk dat men ooit kon construeren.
Al snel rees twijfel over het studeren.
Was ik een bèta? Meer een alfaman?
Een cijferaar of toch een Don Juan?
Ik kon niet eens mijn hart zelf decoderen.
Zo dwaalde ik daar als een priemgetal.
Een deel van mij moest stellingen bewijzen,
de ander zocht naar liefde, taal en ziel.
Ik vond de zachtste ster in het heelal,
zij leerde mij om heen en weer te reizen.
De twijfel bleek slechts een achilleshiel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten