Monsieur Jacques is wijs.
Hij zwijgt en kijkt. Minzaam,
het hoofd licht omhoog.
Soms droomt hij van een bezoek
aan een verre tweelingbroer.
Maar hij mag het park niet uit.
Dan willen zijn handen
van zijn rug, de hoed weer op,
de handschoenen weer aan.
's Nachts maakt hij een wandeling,
wiegt het bronzen ei van Brancusi,
kruipt door een beeld van Moore.
Soms denkt hij aan zijn maker.
En ziet een schimmig schip van staal
de vijverzwaan doorklieven.
Dit gedicht was genomineerd voor de Nieuwegeinse Literatuurprijs 2011